maand 1: Spaanse les y ir con esa banana

 

Annelize is eigenaar van het redactie- en dtp-bureau Mac13. In 2001 (toen compagnon Andree Hollander nog leefde) heeft Annelize een minisabbatical gehouden. Drie maanden zwierf ze met de rugzak door Chili, een stukje Argentinië en Peru. Vanuit internetcafés stuurde zij haar reisverhalen naar het thuisfront.


 
Vertrek
  1. Zaterdag 13 januari 2001 vertrek ik naar Chili. Maandag 15 januari begin ik met de cursus Spaans. De afgelopen maanden had ik woordjes moeten leren. Daar is niets van terechtgekomen. Behalve de dagen van de week en goedemorgen, goedemiddag en goedenavond heb ik niets geleerd. Af en toe een zwakke poging, en dan heb ik de grootste moeite om 'cuchillo' en 'cuchara' uit elkaar te houden. Zal me wat worden.


Santiago

  1. Dat reizigers elkaar blijken te ontmoeten ontdekte ik meteen na aankomst in Santiago, toen ik met drie jongens uit Boston een taxi ging delen. Zij gingen ook naar Patagonië en al snel waren we in een informatieruitwisseling verzeild. Vond het op dat moment wel aardig om te vertellen dat ik artikelen ging schrijven, alsof de reis daarvoor bedoeld was. Dat was echt cool, hoorde ik van drie kanten.


Spaanse les

  1. De school is een heel oud gebouw vlak bij het Pablo Neruda-huis. Ik werd meteen met open armen ontvangen, 'You must be Annelize'. Daarna kwam een man die ik als de vlotte leraar inschatte mij uitnodigen voor een welkomstlunch. De vlotte leraar bleek Stefan, de directeur, te zijn. Om half drie begon de les van de echte docent die Mauricio heet. De methode lijkt erg op die van Linguarama (het instituut waarbij ik zelf les geef), direct alles in het Spaans en heel praktijkgericht. Ik vond het erg leuk om nu eens cursist te zijn in plaats van docent en nu snap ik nog beter waarom mijn cursisten af en toe wat glazig kijken. Mauricio was echter zeer lovend over mijn vorderingen en zei wel drie keer dat ik het allemaal zo enorm snel opnam en dat hij dat echt meende.


De tweede week

  1. Ik ben nu in de tweede week van mijn cursus Spaans op de school Violeta Parra in Santiago. Mijn docent is Mauricio, hij geeft mij privéles en doet dat met veel geduld en vakkennis. Nu in deze tweede week kan ik op straat en in winkels eenvoudige gesprekjes voeren. Ik kan vragen naar de weg en kennismakingsgesprekje
    s voeren: waar kom je vandaan en wat doe je voor werk en zo. Het is een wereld van verschil, of je over deze uiterst simpele zaken kunt spreken of niet. Het slaat onmiddellijk brugjes tussen de Chilenen en mij. Over de school ben ik zeer te spreken, de kwaliteit van de docenten is echt goed.
  2. Heel opmerkelijk is dat ik ineens erg veel kan verstaan, vooral als mensen bereid zijn langzaam te spreken. Met Maria Isabel, mijn hospita en inmiddels vriendin hier in Santiago, voer ik behoorlijk diepgaande gesprekken, waarbij zij alleen Spaans spreekt, en ik zoveel Spaans als ik kan, aangevuld met Engels.
    Ik had nooit gedacht dat ik in zo korte tijd zover zou komen. Mauricio zegt dat de Nederlanders op de school uitzonderlijk goede resultaten boeken, vergeleken bij andere nationaliteiten. Wat hem opgevallen is bij mij is dat ik de taalstructuren heel snel begrijp en weet toe te passen. Meer moeite heb ik met het onthouden van nieuwe vocabulaire, vooral de actieve toepassing ervan.

Afscheid

  1. Ik heb zojuist mijn laatste taalles gehad. Natuurlijk een certificaat in ontvangst genomen, wegens goed gedrag denk ik. Daarna afscheid van directeur Stefan, docent Mauricio, docente Alexandra (uitspreken als Alegandra), met haar heb ik in de pauzes gepraat, en secretaresse Maria Eugenia. Allemaal op z'n Chileens: omhelzing en een kus op de rechterwang. Afscheid van Santiago, de stad vol illegale straatverkopers. Gisteren zag ik een hele rij verkopers, wel 20, allemaal tegelijk opstaan, vliegensvlug hun spullen in een doek rollen en wegrennen. Ze renden weg voor de politie. Een persoon stond op wacht, en gaf een fluitwaarschuwing dat de politie in aantocht was.


Puerto Montt

  1. Vanavond (zondag 28 januari 2001) vertrek ik om kwart voor tien met de nachtbus naar Puerto Montt en kom daar aan ergens morgenochtend. Eigenlijk had ik via Cohaique naar Punta Arenas willen gaan, totdat bleek dat er maar een keer per week een bus naar Punta Arenas gaat, en dan zou ik uiteindelijk te laat in El Calafate aankomen, bij de Zwitsers. Er gaat ook geen vliegtuig van Cohaique naar Punta Arenas. Omdat de busreis van Puerto Montt naar Punta Arenas 36 uur duurt, heb ik uiteindelijk toch besloten om een vliegtuig te pakken.


Punta Arenas

  1. Na een paar dagen in Puerto Montt met heel veel regen, ben ik vanmiddag in Punta Arenas aangekomen. Wat een verademing. Frisse wind, helder weer, tamelijk rustig, en natuurlijk de Dolf Zwerver-bomen. Als een blij kind loop ik te zwerven met mijn fototoestel. Helemaal happy! Heb geprobeerd om voor morgen (zaterdag) de pinguïntocht te regelen die volgens de Lonely Planet de mooiste is. Daarvoor moest ik een heel eind lopen, omdat het boekingskantoor ver uit het centrum is. Maar de tochten op zaterdag zaten vol tot maart. Nu ga ik een andere proberen.


Puerto Natales

  1. Vanmorgen vroeg op, de bus naar Puerto Natales ging om 9 uur. Het goot! Met mijn metalic plastic regencapeje, gesandwiched tussen de twee rugzakken en onder de in Puerto Montt gekochte paraplu liep ik fluitend naar de bushalte (een half uur). Heel Punta Arenas sliep nog, alleen de duizend taxichauffeurs waren al aan het werk en reden verlangend in rondjes om mij heen.


Patagonië

         

<--Bar in Puerto Natales


  1. In Puerto Natales lukte het me een kamer te krijgen in Casa Cecilia, waar ik over gelezen had op de website van Lonely Planet. Casa Cecilia is heel populair en vaak vol.


  1. Ik heb al mijn kleren over elkaar aangetrokken, ook mijn lange thermo-ondergoed en wollen indianenjas en ben met een bootje meegevaren, het Fiordo Ultime Esperanza door. Vier uur varen, langs kolonies met zeehonden, zeeleeuwen en pinguins en langs de gletcher Balmaceda. Daarna een uurtje lopen over stijl, rotsig en modderig pad en toen stond ik oog in oog met de gletcher Serrano. Een enorme hoeveelheid eeuwenoud ijs. Blauw ijs.



Argentinië

 El Calafate

  1. Adembenemende busrit, die vijf uur duurde, en geen acht uur zoals Cecilia en de gidsen zeggen. Patagonië grijpt me bij de strot!


  1. El Calafate is een soort Bilthoven. Rijk en groen. Maar natuurlijk aan de rand de arme wijkjes, waar ik – het is beschamend – niet zo goed alleen doorheen durf te wandelen. Het is stralend mooi weer. Ik hoop dat dat zo blijft als ik in de wildernis aan het kamperen ben. Nu is het smeren geblazen met minimaal factor 20, want het ozongat zit hier rechtboven. Je kunt levend verbranden.


  1. El Calafate is leeggestroomd. Alle toeristen zijn in peperdure excursies gesluisd. Ik ben er met moeite aan ontsnapt, want het wordt gewoon opgedrongen door de hotels (herberg in mijn geval). Ik heb vanmorgen eerst een muntje gekocht voor de wasmachine, en mijn broeken en T-shirts hangt nu lekker te drogen in het zonnetje. Daarna heerlijk slenteren in het dorp, waar wel toen bonbonwinkels op een rijtje zijn, de hele straat ruikt naar chocola.


  1. Argentinië is peperduur, minstens twee keer zo duur als Chili. Het is maar goed dat ik er niet veel dagen zal zijn, alles bij elkaar een kleine week, en dan nog met gedeelde kosten met de nog onbekende Zwitsers Bea en Rolf. Het benzinestation waar ik met ze heb afgesproken is in de buurt van de herberg. Bea stuurde me een mailtje dat ze waarschijnlijk pas aan het eind van de middag daar zullen arriveren. Spannend, ben benieuwd hoe dat nou weer zal verlopen.

 

  1. Gisteren ontmoette ik hier in El Calafate een man die Luigi heet, een landrover heeft en kleinschalige en betaalbaar tochtjes door de bergen maakt met passagiers. Spreekt alleen Spaans en wordt daarom door de hotels een beetje geboycot (vertelde mijn hotelmanager me).


  1. Zo vertrokken vanmorgen om 10 uur Luigi, twee in Argentinië wonende Zwitsers (vader en puberzoon) en ik in Luigi’s jeep uit El Calafate. Het was Patagonië op zijn voordeligst, een puurder landschap heb ik nooit gezien.


  1. Op ongeveer 870 meter konden we zien hoe het landschap door de eeuwen heen zich had opgebouwd, vroeger lag het op zeeniveau, maar steeds is er een laagje opgekomen. Laagjes tijd, opgekruld, verschoven, brokken tijd van allerlei materialen, rots, wit zand, zwart zand, kiezel... Grillig, onvoorspelbaar.


  1. Behendig stuurde Luigi de jeep door de bergen. Soms was er zelfs geen karrenspoor meer. De condors waren op dit niveau goed zichtbaar, veel beter dan op de boot in het fjord.


  1. We gingen hellingen op en af. Niet in haarspeldjes, maar tjakka, recht omhoog en recht omlaag, soms wel hellingen van 45 graden, ja echt waar, dit is geen theatrale overdrijving. Het leek wel duiken. En de jeep helde als een zeilschip naar links of rechts. Gek misschien, maar ik genoot er enorm van... van dat gevoel dat het op de nipper was... op de nipper aan de dood ontsnapt. Wat waarschijnlijk niet zo was, Luigi wist precies wat hij deed en legde uit dat de auto een pookje heeft waarmee hij de stand op een stijle heuvel enigszins kan corrigeren.


  1. Ik zat naast hem voorin en voordat we vertrokken, toen ik de veiligheidsriem om wilde doen, zei hij dat dat dat niet nodig was. Achteraf kan ik hem alleen maar gelijk geven; als we uit de bocht waren gevlogen, zou het niets uitgemaakt hebben. Dan waren we in vreugde het hoekje om gegaan.


  1. Het is of ik opnieuw geboren ben na deze tocht.

 

  1. Dit zal voorlopig het laatste bericht zijn, morgen vertrek ik in de camper naar niemandsland, onder andere Vuurland.

  2. Nu ga ik me mentaal voorbereiden op het kamperen met Bea en Rolf, die hier morgen arriveren.



   tierra de nadie