Krul
Proza surplus
Mijn moeder was even weg om eten te halen. Toen zag ik het gebeuren. Een meisje zette haar fiets voor de krul, liep naar binnen en boog voorover.
Haar mond ging wijdopen. Er gulpte groene brij uit. Vies. Haar telefoon ging, ze nam op, zei dat ze bijna thuis was. Een jongeman met telefoon aan zijn oor liep langs, trapte woest haar fiets omver en beende door. Ze rende naar buiten, achter hem aan.“Scheet, Scheeheet!” Hij keek niet om. Ik schreeuwde ook, tot mijn moeder thuiskwam en een vette worm in mijn opengesperde snavel duwde.